Spint bestrijden

Wanneer planten geïnfecteerd zijn met spint, is de bonenspintmijt (Tetranychus urticae) daar vaak de veroorzaker van. Deze wordt ook wel rode spintmijt genoemd en is hoewel de kleur anders doet vermoeden vaak lichtgeel tot donkergroen van kleur als ze zich in de zomer volvreten met bladeren. In de herfst kleuren de bevruchte vrouwtjes naar oranjerood en verstoppen ze zich onder gevallen blad of in de grond. Met slechts een halve millimeter doorsnee zijn ze bijna niet te zien. De schade die ze aan de planten aanrichten is echter duidelijker aanwezig: kleine vlekjes op de bovenkant van het blad. Deze kleuren koperkleurig en na verloop van tijd worden de bladeren geel, bruin en vallen vervolgens van de plant af. Aan de onderzijde zijn vaak de spintmijten nog zichtbaar. Hoe meer gaatjes de mijten in de bladeren prikken, hoe meer sap ze uit de bladeren kunnen zuigen. Hierdoor komt de plant voedingsstoffen tekort en kan deze de schade niet meer herstellen. De bladeren zijn ernstig verzwakt als de witte spinseldraden zichtbaar zijn en de plant heeft het dan lastig om te overleven.

Hoewel spintmijten maar zo groot zijn als een speldenknop, legt een vrouwtje zo’n 6 keer per jaar een stuk of 80 eitjes. De larven die uit deze eieren komen zijn, afhankelijk van de temperatuur, binnen 1 à 3 weken volwassen, waardoor één vrouwelijke spintmijt in een jaar tijd voor duizenden nakomelingen kan zorgen. Deze hongerige veelvraten zijn dol op bladeren van met name (sperzie)bonen, paprika en komkommer. Ook de bladeren van vruchten als peer, pruim, appel en aardbei kunnen flink geïnfecteerd raken met spint. Binnenshuis vormen de planten Alocasia en Polyscias een risico. Wanneer de temperatuur onder de 12°C komt, stopt de ontwikkeling van de spintmijten, maar ze overleven wel op planten of in de grond. Met name bij droog en warm weer kan spint een ware plaag zijn voor de (moes)tuin. Maar hoe is een ramp te voorkomen en de oogst of je mooie kamerplant te redden?

Spint bestrijden is lastig. Voorkomen is altijd beter dan genezen, maar bij spint gaat dat zeker op. Niet alleen omdat het lastig uit een aangetaste plant te verjagen is, maar ook omdat spintmijten met gemak de planten in de buurt ook infecteren. Spintmijten overleven beter en planten zich sneller voort als de lucht droog is. Het geregeld besproeien van je planten kan daardoor helpen om spint te voorkomen. Echter, wees hiermee voorzichtig, er zijn talloze ziekteverwekkers die juist wel geholpen zijn met een vochtigere omgeving. Preventief spuiten met bestrijdingsmiddel tegen spint kan uiteraard ook helpen om deze plaag te voorkomen. Spint gedijt minder goed in een voedselrijke omgeving, waardoor geregeld verse potgrond rond de planten aanbrengen ook een goede preventiemanier is.

Als planten eenmaal geïnfecteerd zijn met spint is het belangrijk om de aangetaste bladeren zo snel mogelijk te verwijderen. Gebruik hiervoor een scherpe snoeischaar of mes om de plant zo min mogelijk te beschadigen. Tussentijds geregeld handen wassen is aan te raden om kruisbesmetting te voorkomen en de aangedane bladeren kunnen beter niet op de composthoop gedeponeerd worden. Bij een grote plaag van spintmijten kan grover geschut ingezet worden in de vorm van chemische of biologische bestrijdingsmiddelen.

Hoewel spint lastig te bestrijden is doordat de mijten zo klein zijn, heeft het relatief weinig resistentie tegen pesticiden. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn te koop, of zelf te maken door een oplossing van 2% groene zeep en 1% spiritus in water voornamelijk aan de onderzijde van de bladeren te spuiten. Biologische bestrijding van spint kan door larven van de gaasvlieg of door roofwantsen of -mijten uit te zetten op de aangetaste planten. Dit geniet buitenshuis de voorkeur. Bestrijding kan het beste in de vroege avond gedaan worden, het tijdstip dat de eieren uitkomen.